DRAAIORGEL ‘DE TURK’ DOOR LIMONAIRE FRÈRES (1908)
Nederland heeft in de 20e eeuw wereldvermaardheid gekregen op het gebied van draaiorgels. Dit is vooral te danken aan de ongekende bloei van het in andere landen vrijwel onbekende straatorgel. Dat de straatorgels hier zo’n succes zijn geworden is het gevolg van een volstrekt Nederlands fenomeen aan het begin van de 20e eeuw: het draaiorgelverhuurbedrijf. Deze verhuurbedrijven, die de aankoop en het onderhoud van de orgels voor hun rekening namen, hebben meer dan 100 jaar de verspreiding van draaiorgels door heel Nederland verzorgd.
In 1892 werd in Parijs het zogenoemde boekorgel ontwikkeld, wat een enorme technische vooruitgang betekende op het traditionele cylinderorgel. Aanvankelijk werden deze boekorgels uitsluitend ten behoeve van kermis- en zaalexploitanten gebouwd. ‘De Turk’ is zo’n boekorgel. Het is speciaal als straatorgel bij de Parijse orgelbouwfabriek Limonaire gebouwd op bestelling van het oudste Nederlandse draaiorgelbedrijf Leon Warnies. Warnies verhuurde het aan draaiorgelexploitanten, die er op straat hun brood mee moesten verdienen. ‘De Turk’ is het enige grote type Limonaire straatorgel dat wij in Nederland nog kennen.
In 1892 werd in Parijs het zogenoemde boekorgel ontwikkeld, wat een enorme technische vooruitgang betekende op het traditionele cylinderorgel. Aanvankelijk werden deze boekorgels uitsluitend ten behoeve van kermis- en zaalexploitanten gebouwd. ‘De Turk’ is zo’n boekorgel. Het is speciaal als straatorgel bij de Parijse orgelbouwfabriek Limonaire gebouwd op bestelling van het oudste Nederlandse draaiorgelbedrijf Leon Warnies. Warnies verhuurde het aan draaiorgelexploitanten, die er op straat hun brood mee moesten verdienen. ‘De Turk’ is het enige grote type Limonaire straatorgel dat wij in Nederland nog kennen.
In 1910 is de bekende orgelman Ko Donnee te Amsterdam de eerste huurder van dit grandioze orgel. In die tijd bezit ‘De Turk’ nog een prachtig chocoladekleurig front. Het middenbeeld is eigenlijk geen Turk, maar is uitgedost als een Zoeaaf met een zogeheten slaapmuts op. Maar het volk noemt het een Turk en dus blijft de naam ‘De Turk’. In 1915, tijdens een verbouwing door de Belgische orgelbouwer Pierre Verbeeck, verdwijnt dit beeld van het orgel. De naam blijft echter gehandhaafd.
In 1929 worden van ‘De Turk’ de eerste grammofoonplaten gemaakt. Vele schijven zijn er sinds die tijd gemaakt en verkocht. In 1930 speelt het orgel in Leiden. Na enkele jaren verkoopt de eigenaar Henk Möhlmann het aan de kermisexploitant Vermolen. Deze zet ‘De Turk’ in een tent met trekwagentjes, die een vreselijk lawaai maken. Het is dus de vraag of het kermisvierende publiek het orgel ooit wel goed heeft kunnen horen. Dan komt de tweede wereldoorlog met alle gevolgen van dien. Ook voor ‘De Turk’.
Na de oorlog doet het orgel nog even dienst op de kermis en wordt daarna voor de sloop verkocht aan een houtzagerij in Leiden. Daar wordt het ontdekt door de heren J. van Heijenoort en H. Bank. Zij kopen het orgel en laten het voor een zeer klein bedrag restaureren door de bekende Rotterdamse restaurateur Jaap Minning. In 1957 wordt het orgel als herboren door de heer J.P. van der Bel uit Den Haag gekocht, die er uit liefhebberij ’s zaterdags in het stadsdeel Loosduinen mee op stap gaat. ‘De Turk’ wordt fraai geschilderd en het repertoire uitgebreid. In de hierop volgende jaren treedt het orgel ontelbare malen op voor radio en televisie in binnen- en buitenland en wordt het gevraagd voor vele feesten en evenementen. De heer van der Bel bezoekt Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Engeland en vele plaatsen in Nederland. Vanaf 1961 speelt het orgel op zaterdag in Deventer. In 1964 wordt het orgel opnieuw gerestaureerd door de heer Van Deventer, orgelbouwer te Brummen. In 1988 doet Van der Bel het orgel over aan zijn zoon J.G. van der Bel.
Op 16 december 1991 wordt ‘De Turk’ door de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur op de lijst van de Wet tot behoud van cultuurbezit geplaatst. Dat betekent, dat het orgel van zodanige cultuurhistorische en wetenschappelijke betekenis is, dat het voor het cultuurbezit van Nederland dient te worden behouden en – bijvoorbeeld – het land niet mag verlaten.
‘De Turk’ is het enige nog in bedrijf zijnde straatorgel van Limonaire, dat nog een Limonaire klankkarakter heeft en waarin het piccoloregister bewaard is gebleven. Bij het beschermde draaiorgel dient ook de verzameling van 420 orgelboeken behouden te blijven. Ervan uitgaande dat het orgel nog moet kunnen functioneren, is het zonder die boeken niet compleet. Zeker wanneer gesproken wordt over ‘een geheel eigen klankkarakter’ is het van belang dit ook nog te kunnen beluisteren. Het orgel bezit nog steeds de muzikale schoonheid van weleer. Daarnaast is het gespeelde repertoire ook cultuurhistorisch gezien buitengewoon interessant en het behouden waard. Het repertoire bestaat uit populaire nummers, marsen, walsen, operette- en operamuziek. Velen luisteren nog altijd met genoegen naar dit mooie instrument, dat een uitermate belangwekkende staat van dienst heeft en een ambassadeur is voor de Nederlandse romantische draaiorgelmuziek.
Dispositie:
Zang: 21 toetsen, viool (2x), flûte (1x).
Tegenzang: 12 toetsen, baryton (1x), bourdon (2x), celeste (2x), cello (2x).
Accompagnement : 10 toetsen (2x).
Bassen : 6 toetsen, grondbassen (4x), trombones (1x).
Slagwerk: 3 toetsen, grote trom, kleine trom en kleppers.
Totaal: 61 toetsen en 199 pijpen.
Het is van belang te weten, dat het bespelen van muziekinstrumenten als draaiorgels op termijn zal leiden tot de noodzakelijke vervanging van onderdelen. In 2003 heeft de heer Van der Bel jr. te kennen gegeven te willen pensioneren als orgeldraaier. De daartoe opgerichte ‘Stichting tot het instandhouden van het draaiorgel ‘De Turk 1908’ te Deventer’ heeft zich ten doel gesteld dit mooie instrument voor de stad te behouden. Het orgel werd voor de aankoop technisch gekeurd en getaxeerd op € 50.000,–. De stichting heeft het orgel voor dit bedrag aangekocht, beheert het als monument en laat het door een orgeldraaier exploiteren. Meestal is het orgel op donderdagavond en zaterdag in de binnenstad te horen.
De aankoop van ‘De Turk’ geschiedde met financiële bijdragen van:
• Gemeente Deventer
• Stichting Edwina van Heek
• Stichting De Linde
• Stichting Prins Bernhard Cultuurfonds
• J.W. Strengers Frankfort Fonds
• Rotary Club Deventer
• Stichting VSB-fonds
Financiële bijdragen voor restauraties en onderhoud werden ontvangen van:
• Rotary Deventer
• Lions Deventer
• Firma Assendorp
• Diverse particuliere donateurs